Tips

Begin al tijdens je zwangerschap met je kindje te praten, hard op of in gedachten. Vertel je kindje wat er gebeurt. Wanneer je geluk voelt, maar ook wanneer je bezorgd bent, schrikt of je even boos voelt. Leg uit wat er gebeurt of wat er gaat gebeuren. In bad gaan, kraambezoek, wandelen in de zon of in de regen, een bezoek aan het consultatieburo. Bereid je kindje er op voor door te vertellen en te praten.

Het woord zegt het al een beetje, een echo wordt gemaakt met behulp van geluidsgolven. Deze zijn voor ons onhoorbaar gemaakt maar kunnen door een kindje in de baarmoeder goed gehoord worden wanneer het apparaat over een oortje gaat. Een echo is een vreemde ervaring en het is goed je kindje uit te leggen dat er wat gaat gebeuren en waarom. Dit kan je ook in gedachte doen.

Een huilbaby bestaat niet. Als jij vindt dat je baby teveel huilt, luister naar je niet-pluis gevoel! Een baby huilt alleen om iets wat hij of zij nodig heeft en als hieraan tegemoet wordt gekomen is het huilen niet meer nodig. Het gaat hierbij niet alleen om voeding of een schone luier maar ook om hulp voor een onbegrepen gevoel in zijn lijfje. Zoek hulp die bij jou en je kindje past.

De nek- en schouderspieren van je kindje kan je trainen door hem of haar een paar keer per dag op de buik te leggen. Wanneer je bij het optillen van je kindje het eerst naar de zij draait zul je zien dat hij of zij het hoofdje al heel goed mee kan nemen, de zij-nekspieren zijn bijzonder sterk en door elke keer zo te tillen blijven ze in goede conditie. Je kindje wordt door deze oefeningen op een gezonde manier moe en zal lekker slapen.

Ook roterend aan-en uitkleden is aan te bevelen. Dit is vanuit de heupjes d.m.v. je rechter hand onder de linkerbil en je duim in het liesje, je kindje naar links draaien, of met je andere hand en ander bil/liesje naar rechts draaien. De baby draait dan zelf zijn lijfje en hoofdje mee als je het daar de tijd voor geeft. Je hebt wel een vlakke ondergrond nodig dus als je een aankleedkussen heb met oplopende kanten, draai deze dan om en leg er een badlaken onder. De hoes kan er gewoon weer omheen. Leg je kindje als het kan in de lengterichting voor je.

Leg de wakkere baby in jouw bijzijn een paar keer per dag op de buik en de zij (met een steuntje voor en achter). Begin met een paar minuten per keer en bouw dit op tot een half uur per keer op de leeftijd van drie maanden. Leg de baby afwisselend met het hoofdje links en rechts op het aankleedkussen. Beter is nog om de baby in de lengterichting voor je te hebben tijdens de verzorging. Bij het geven van flesvoeding de baby afwisselend op de linker-en rechter arm. Als je kind graag naar het licht of donker kijkt en leg het dan andersom in bed. Roterend aan- en uitkleden stimuleert de baby in de motorische ontwikkeling en is belangrijk voor het evenwichtsgevoel.

De meeste baby’s worden drukker als ze moe zijn. Voor ouders kan dit verwarrend zijn: soms zien ze het als een signaal om verder te spelen, terwijl de baby juist slaap nodig heeft. Ook als de baby gaat huilen en stil wordt als moeder of iemand anders er aandacht aan besteedt, wordt dit vaak uitgelegd als “hij of zij verveelde zich”. Vooral in het begin is het moeilijk om de slaapsignalen goed te interpreteren zodat je baby op tijd wakker in zijn bedje te ligt. Op die manier kan hij/zij zien dat de verzorger weg gaat. Zo zal hij hij/zij bij het wakker worden nadien herkennen waar hij/zij is en zich niet achtergelaten voelen. Dit geeft een veilig gevoel en het bedje wordt dan een veilige plek. Een paar richtlijnen die je kunnen helpen, maar dit zijn natuurlijk wel gemiddelden: Baby’s slapen in totaal de eerste week ongeveer 16,5 uur, waarvan de helft overdag. Na een maand is dat 15,5 uur, na drie maanden 15 uur, na 6 maanden 14,5 uur en na een jaar 12,75 uur per dag. In de eerste twee weken is de baby een 15 minuten tot een half uur per keer wakker. Tussen twee en zes weken is dat 3 kwartier tot een uur en tussen zes weken en drie maanden 1 uur tot 5 kwartier.

Je kindje is een uniek mens met zijn eigen talenten en kwaliteiten en wil je dit graag laten zien. Als je kindje de kans hiervoor krijgt komt hij als mens tot zijn recht. Natuurlijk heeft hij begeleiding en begrenzing nodig tijdens het opgroeien anders voelt hij zich niet veilig en kan hij zich niet goed ontwikkelen. Opvoeden is iets anders, je leert je kindje bepaald gedrag aan of juist af door middel van beloning en straf op wat voor manier dan ook. Denk hierbij ook aan knuffelen, boos kijken, negeren, laten huilen enz. Je kindje gaat doen wat jij van hem verlangt, het voldoet aan jouw verwachtingen en wordt zo een kopie van jou. Het is tenslotte afhankelijk van jou en is bang om afgewezen te worden. Dit is gedragstherapie. Helaas leert je kindje daardoor af om voor zichzelf op te komen. Het kan ook zelfs averechts werken waardoor je kindje eerder in verzet gaat en dwars wordt.